Afgelopen vrijdag kreeg ik vier jongedames op visite die in Leiden menskunde (antropologie) studeerden. Een van de dames werkte parttime bij AH en daar hadden ze Niels zien liggen. Ik raadde ze aan om “De Hokjesman” te gaan bekijken, waarin enkele bekenden een analyse maken over Volendam. Bouwbusjes, communie, kermis en arbeidsethos, alles komt langs, ook door de ogen van een stel Edammers. De mooiste analyse gaf Maikel Piqué, de bijna enigste donkere Volendammer die een vileine uiteenzetting gaf van hoe een Volendammer is en hoe hij dat gedrag overgenomen heeft om Volendammer onder de Volendammers te zijn. 's Avonds zat ik te praten met een stel ouderen. Ze werkten of hadden gewerkt bij een iconisch Volendams bedrijf. Mijn vraag was natuurlijk waarom wij zijn zoals wij zijn. Daar hoefden ze niet zo lang over na te denken. Garn voor en na school. Verkering mochten ze hebben als het werk af was, kouwe thee drinken dan kon je weer sneller aan het werk. Tussen het ongedierte je brood eten, kou lijden en niet ouwehoeren, gewoon doorgaan en ’s avonds nog even de laatste rotzooi opruimen. De heren doken over elkaar om de prachtigste verhalen te vertellen over de ellende die ze hadden meegemaakt om te worden zoals ze nu zijn. Tranen gelachen! En zo is het gekomen.
Wim Keur
P.s. Ik heb ook gegierd van het lachen bij de 95e voorstelling van Ons Pogen “Kraamkoppie”, waar ons dorpsgenoten een spiegel werd voorgehouden over hoe wij zijn.