Het is al weer een tijdje geleden dat wij samen met onze lokale omroep een heuse snertwedstrijd hebben georganiseerd. Tientallen bekers werden ingezonden om geproefd, geroken en gekeurd te worden, een waar snertfestijn! Vorige week werd een landelijke snertwedstrijd gehouden en deze is gewonnen door een slager uit Goes. Vroeger is mijn eigen snert een keer door Barry Stevens gekeurd, die kwam dagelijks in onze winkel in Amsterdam. Ik kreeg een heel mooi rapport met daarin kleur, gaarheid van ingrediënten én, wat vooral niet mocht ontbreken, zijn legendarische uitspraak: “vooral doorgaan!”
Daarom deze week een snertrecept van een wat lichtere variant
Vanaf 6 persoon(en)
900 gram Tuinerwten (diepvries)
2 stuks Grote aardappel (geschild en klein gesneden)
2 liter Kipbouillon
1 Prei (gesneden)
1 Grote ui (gesneden)
1 Knolselderij (in blokken)
250 gram Spekreepjes/blokjes
1 Ambachtelijke rookworst
olijfolie
peper en zout
Neem een grote soeppan en doe hier een flinke schuit olijfolie in. Bak de spekreepjes lichtbruin in ongeveer 3 minuten. Hou de spekreepje apart en laat zo veel mogelijk olie in de pan. Bak hier 2 minuten de ui en de prei in en voeg vervolgens de knolselderij en de aardappels toe en zet meteen onder met de kipbouillon. Kook de aardappels, prei en knolselderij in de kipbouillon ongeveer 20 minuten. Voeg de erwten toe en laat nog 10 minuten koken. Mix het daarna met een staafmixer tot soep. Snijd de rookworst in schuine plakjes. Verdeel rookworst en de uitgebakken spekreepjes over vier borden en schep de snertsoep hier over. Breng eventueel verder op smaak met peper en zout.